ELIMINATIE-PROVOCATIE DIEET PROTOCOL

Doel 

  • Ontdekken welke voeding problematisch is 
  • Betrouwbaarder dan een voedselintolerantietest

2 fases

  • Fase 1: eliminatie = vermijden verdachte voeding  vermindering voedingsgerelateerde klachten 
  • Fase 2: provocatie = herintroductie van vermeden voeding   ontdekken problematische voeding 

Fase 1: eliminatie 

De eliminatiefase is uitvoerbaar op verschillende manieren: 

    1. In kleine stapjes:  Begin bijvoorbeeld met elimineren van gluten en/of zuivel. Klachten nog aanwezig na 1 maand? Dan ook andere voedingsgroep(en) weg. Bijvoorbeeld: glutenvrije granen, peulvruchten, nachtschades, noten, zaden, chocolade, koffie etc. Klachten nog aanwezig na 1 maand? Elimineer meer voedingsgroepen. Je kunt richting het AIP-dieet werken. 
    2. In grote stappen: 
    3. Begin direct met het paleo/oervoeding, AIP-dieet of FODMaP-beperkt dieet. 

Eliminatiefase tot klachten flink verminderd zijn (1-3 maanden), zodat men echt verschil kan merken m.b.t. eventuele verergering van klachten bij het herintroduceren van voeding. 

null

 

Fase 2: provocatie (herintroductie) 

Kies een voedingsmiddel dat je wilt herintroduceren (dit betekent dat je dit voedingsmiddel 4x op 1 dag gaat eten). Als je bijvoorbeeld voor de categorie peulvruchten kiest, houd er dan rekening mee dat je de verschillende soorten peulvruchten één voor één moet herintroduceren. Je kunt dit dus niet tegelijkertijd doen. Introduceer bijvoorbeeld eerst sperziebonen. Daarna snijbonen en daarna doperwten etc.  

Houd er bij de herintroductie rekening mee dat er een verschil is tussen rauwe en verhitte voedingsmiddelen. Het kan zijn dat je het rauwe voedingsmiddel wel verdraagt, terwijl je de verhitte vorm niet verdraagt. Dit komt omdat verhitting de eiwitstructuur van het voedsel verandert. Bestrijdingsmiddelen veranderen ook de eiwitstructuur van een voedingsmiddel, dus er kan ook onderscheid zijn tussen biologische en niet-biologische voeding.  

Het is het beste om niet te overhaasten, zodat je goed kunt herkennen wat de voeding met je lichaam doet.  

Ga geen voedingsmiddelen herintroduceren als je: 

  1. Een infectie hebt 
  2. Een stressvolle periode hebt 
  3. Te weinig slaap hebt  
  4. Een zware training achter de rug hebt 
  5. Zwanger bent of net zwanger bent geweest 

Want dan kun je geen goed onderscheid maken tussen de symptomen die door de voeding worden veroorzaakt en de symptomen die door bovenstaande factoren worden veroorzaakt. 

Herintroductieprotocol 

Hieronder vind je het herintroductieprotocol zoals beschreven door Sarah Ballantyne: 

  1. De eerste keer dat je het voedingsmiddel eet, neem je 0,5 theelepel. Daarna wacht je 15 minuten. 
  2. Merk je dat je symptomen terugkomen, eet er dan niet meer van. Als er niets gebeurt, eet dan 1 theelepel en wacht weer 15 minuten. 
  3. Als je symptomen krijgt, eet er dan niet meer van. Als er niets gebeurt, eet dan 1,5 theelepel van desbetreffend voedingsmiddel. 
  4. Wacht twee tot drie uur en hou in de gaten of je iets merkt qua symptomen. Let ook op milde symptomen! 
  5. Eet twee á drie uur later een normaal portie van het voedingsmiddel. Los, of als onderdeel van een maaltijd. 
  6. Eet het voedingsmiddel daarna voor vijf tot zeven dagen niet en introduceer ook geen andere voedingsmiddelen. Het kan zijn dat je pas dagen later last krijgt van het voedingsmiddel. Een reactie op voeding kan uren tot dagen op zich laten wachten. Houd daarom een dagboek bij waarin je dagelijks opschrijft wat je hebt gegeten en hoe je je voelt. 
  7. Als je helemaal geen symptomen ervaart tijdens de testdag of de 5-7 dagen erna, dan kun je het voedingsmiddel weer gewoon gaan eten. Houd er rekening mee dat het problemen kan opleveren zodra je het weer vaker gaat eten. Als een herintroductie goed is verlopen (dus in de 5-7 dagen erna geen negatieve reactie), houd dan nog eens minimaal 7 dagen vrij van herintroducties en ga daarna een volgende voedingsmiddel herintroduceren.  

Volgorde van herintroductie   

Hieronder vind je de volgorde van herintroductie zoals beschreven door Sarah Ballantyne.  

Fase 1  

  1. Eidooiers (eidooiers lokken minder snel een immuunreactie uit dan eiwit) 
  2. Peulvruchten (groene): doperwten, snijbonen, peultjes, sugar snaps, haricot verts, slabonen (één voor één herintroduceren, dus niet tegelijk) 
  3. Kiemen van peulvruchten: taugé 
  4. Specerijen van zaden 
  5. Olie van noten en zaden: lijnzaadolie, walnootolie, sesamolie, macadamia-olie 
  6. Ghee van gras gevoerde dieren 
  7. Af en toe een stukje pure chocola (>70% cacao). Let op dat er geen melk, sojalecithine of andere ongewenste stoffen in zitten. 
  8. Af en toe een kopje koffie 

Fase 2 

  1. Zaden 
  2. Noten 
  3. Ei-eiwit (witte gedeelte van een ei) 
  4. Roomboter van gras gevoerde dieren 
  5. Koffie op dagelijkse basis 
  6. Alcohol in kleine hoeveelheid, 1x per week 

Fase 3 

  1. Nachtschade: aubergine, paprika, geschilde aardappel 
  2. Zuivel van gras gevoerde dieren: rauwe room, gefermenteerde zuivel: yoghurt en kefir 
  3. Peulvruchten: spliterwten, linzen, kikkererwten 
  4. Zuivel van gras gevoerde dieren: volle melk en kazen 

Fase 4 

  1. Nachtschade: chilipepers, tomaten, ongeschilde aardappelen en overige nachtschades en specerijen die daarvan zijn gemaakt 
  2. Granen: glutenvrije granen 
  3. Peulvruchten: overige 
  4. Alcohol in grotere hoeveelheden 
  5. Voedsel waar je voorheen op reageerde 

 

 

Symptomen tijdens herintroductie 

Tijdens de herintroductie kunnen onderstaande symptomen ontstaan of erger worden: 

  1. Maag- of darmklachten: buikpijn, maagzuur, misselijkheid, constipatie, diarree, opgeblazen buik, onverteerde voeding in de ontlasting 
  2. Minder energie, vermoeidheid, energiedip in de middag of ’s avonds juist nog veel energie 
  3. Trek in zoet, vet of cafeïne (koffie, chocolade, zwarte en groene thee) 
  4. Moeite om in slaap te vallen of ’s ochtends niet fris zijn 
  5. Hoofdpijn 
  6. Duizeligheid 
  7. Overmatige slijmvorming, loopneus 
  8. Hoesten of vaak keelschrapen 
  9. Jeukende ogen of mond 
  10. Veranderingen van de huid: droge huid, acné, jeuk of rode vlekken 
  11. Niezen 
  12. Pijn in de spieren of gewrichten 
  13. Stemmingswisselingen 
  14. Niet helder kunnen denken (brain fog) 
  15. Angstig zijn 
  16. Stressgevoeligheid 

Als bovenstaande symptomen ontstaan of erger worden nadat je een bepaald voedingsmiddel hebt geherintroduceerd, betekent het dat je op dit moment het voedingsmiddel nog niet verdraagt. De voedingsmiddelen die je niet verdraagt kun je een aantal maanden later (6-12 maanden) opnieuw proberen te herintroduceren. Het kan best zijn dat je het 6-12 maanden later wel goed kunt herintroduceren, omdat je spijsvertering, darmslijmvlies, darmmicrobioom en je immuunsysteem dan mogelijk gezonder zijn geworden. 

Als je symptomen ervaart na het herintroduceren van een voedingsmiddel is het belangrijk om niets meer te herintroduceren totdat de symptomen weer weg zijn. Anders krijg je een vertekend beeld. Soms is het zelfs nodig om weer helemaal terug te gaan naar de eliminatiefase totdat je symptomen weer weg zijn. Daarna kun je verder gaan met herintroduceren. Houd er rekening mee dat je mogelijk kleine hoeveelheden van een bepaald voedingsmiddel wel verdraagt, maar een grote hoeveelheid niet. Ook kan het zijn dat je een bepaald voedingsmiddel wel verdraagt als je het bij uitzondering eet, maar niet als je het dagelijks eet. 

Als je kruiden/specerijen herintroduceert, eet dan een hoeveelheid die normaal is (dus niet 1,5 theelepel). Herintroduceer slechts één kruid/specerij per keer en niet in een mix.  

 

Contact

Of neem hier direct contact op

Vul onderstaande gegevens in en wij nemen binnen 24 uur contact met je op!

Team foto Mooiinstituut

Bedankt voor het invullen, wij nemen binnen 24 uur telefonisch contact met je op!